Arbiter Bodembeweging, een requiem

De Arbiter Bodembeweging werd in mei 2016 door de NCG in het leven geroepen. De Arbiter moest uitspraak doen in (vaak langlopende) geschillen over schade tussen gedupeerde Groningers en de NAM. Geschillen, waarin de NAM zich aan de afspraken zou moeten houden. Voor de functie van Arbiter werden oud-rechters aangezocht.

De komst van de Arbiter was een zegen voor veel Groningers. De Arbiter paste – vooruitlopend op de wet – alvast het bewijsvermoeden toe in zijn zaken. Veel Groningers meldden zich bij de Arbiter. Er ontstonden zelfs wachtrijen. De werkdruk nam toe, het aantal Arbiters moest al snel van vijf naar zeven worden uitgebreid en uiteindelijk waren er halverwege 2019 maar liefst negen arbiters.

Veel Groningers werden de eerste jaren in het gelijk gesteld. Bij ongeveer de helft van de zaken was Vergnes de contra-expert en Groningers met Vergnes als contra-expert kregen opvallend vaak gelijk.

De NAM zinde dat niks, en huurde het weinig scrupuleuze ingenieursbureau Witteveen+Bos in. Dat kreeg de opdracht Vergnes te onderzoeken. Dus let op: alleen Vergnes werd onderzocht; niet de tientallen andere expertbureaus of contra-expertbureaus. En inderdaad, er is altijd een stok te vinden om de hond te slaan.

Per 1 september 2016 deed de NAM Vergnes in de ban. En de overheid stond het oogluikend toe – zoals de overheid altijd de kant van de NAM tegen de Groningers koos. Er waren vervolgens rechtszaken voor nodig en het duurde tot 1 mei 2018 voordat Vergnes formeel weer kon optreden als contra-expert. Begin 2018 besloot de rijksoverheid dat de gaswinning versneld zou worden gestopt en dat “de NAM overal uit ging”. Schade kon bij de TCMG, het huidige Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), worden gemeld. De rol van de Arbiter kwam daarmee ook te vervallen. Er waren echter begin 2018 nog 6.199 openstaande schadegevallen bij de NAM. In een onderonsje met de NAM regelden minister Eric Wiebes en commissaris van de Koning René Paas, dat deze gevallen vóór 1 juli 2018 een ‘ultiem en ruimhartig’ aanbod van de NAM zouden krijgen. Als Groningers het met dit aanbod niet eens waren, konden ze dat geschil door de Arbiter laten beslechten. Dat moest dan vóór 1 september 2018 aangemeld worden. In deze geschillen bij de Arbiter ging het dus niet langer over het bewijsvermoeden, maar over de hoogte van het aanbod van de NAM. De rol van de Arbiter werd in deze zaken een andere.

Gesloten voor nieuwe zaken
Vanaf 1 september 2018 nam de Arbiter geen nieuwe zaken meer aan en ging men verder met het afwikkelen van de lopende zaken. Dat waren vaak langlopende, ingewikkelde zaken. De Arbiter paste zich in zijn geschiedenis steeds aan de dan geldende regelgeving aan. Toen het TCMG in zijn werkwijze vergoeding van bijkomende kosten had opgenomen, nam de Arbiter dit over. En nadat het TCMG op 22 januari 2019 het advies van het panel van deskundigen over de toepassing van het bewijsvermoeden had omarmd, volgde de Arbiter dat ook.
Het was de bedoeling dat aan het eind van het jaar 2019 de Arbiter alle zaken afgewikkeld zou hebben, maar door de complexiteit van veel zaken viel dat tegen. Wel daalde het aantal arbiters gestaag. Uiteindelijk sloot de Arbiter formeel de deuren op 1 juli 2020.

Ongepast Salomonsoordeel
Sommige uitspraken over het ultieme aanbod van de NAM leken op een ongepast Salomonsoordeel. De NAM kwam met hun calculatiebureau JBG bijvoorbeeld uit op 5.000 euro om de schade te herstellen, de aannemer van de gedupeerde Groninger dacht dat het 10.000 euro zou moeten kosten, en de Arbiter sprak uit dat 7.500 euro voldoende was.
De laatste periode kregen bovendien de inhoudelijke zaken van de Arbiter steeds meer een hoog ons-kent-ons gehalte: de arbiter, met zijn vaste medewerkers en zijn vaste expert waren op de schouw of zitting, tezamen met de vaste NAM-advocaat en diens team met vaste medewerkers, tegenover steeds een andere gedupeerde Groningers met zijn eigen contra-expert. Vooral de rol van de expert van de Arbiter werd steeds doorslaggevender. Befaamd of berucht werd de amicale heer Everts, die als expert van de Arbiter veel zaken onderzocht, en er verbazingwekkend vaak in slaagde het bewijsvermoeden te ontzenuwen.
Veel Groningers zijn de laatste jaren ontevreden geraakt over het optreden van de Arbiter, en hebben zich verenigd in het Arbitercafé.
De Arbiter heeft nooit jaarverslagen gepubliceerd; ook is er achteraf geen evaluatie opgesteld. Hij is eigenlijk een stille dood gestorven. Wat tamelijk onwaardig is voor zo’n, zeker in het begin, waardevol en gerespecteerd instituut.

Misselijk gedrag
De Arbiter heeft 2.290 zaken in behandeling genomen en slechts 802 uitspraken gedaan. In dat getal van 802 zijn ook tussenuitspraken meegeteld. Dat betekent dat in heel veel zaken geschikt is voordat de Arbiter tot uitspraak kwam. Dat is ook in overeenstemming met het algemene beleid van de NAM: traineren, gedupeerden tegenwerken op alle mogelijke manieren, en als ze dan eindelijk murw zijn, met de rug tegen de muur staan, geen kant meer op kunnen, een financieel aanbod doen. Onder het motto ‘Dat nemen ze dan wel aan, doodop als ze zijn’. Tekenen bij het kruisje, en tekenen voor geheimhouding.

Ook dat misselijke gedrag stond de overheid jarenlang oogluikend toe!

Dit artikel verscheen eerder in de 15e GBB-krant.