Groninger Bodem Beweging bij VN Mensenrechtencomité over mensenrechtenschendingen.

Persbericht 1 juli 2019


Jan van de Venis en Derwin Schorren in Genève in 2017

 

Nederland gaat door met het schenden van de mensenrechten van Groningers. Van volwassenen en kinderen en van toekomstige generaties. Dat is in het kort wat de Groninger Bodem Beweging (GBB) opnieuw aan de kaak heeft gesteld bij de Verenigde Naties.

Een zogenaamd schaduwrapport  is ingediend bij het VN Mensenrechtencomité, dat controleert of landen het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten goed naleven. Op dit moment vindt periodieke beoordeling van Nederland plaats. Op 2 juli stelt het Comité vragen aan Nederland zelf, maar op 1 juli waren de schaduwrapporten, zoals die van de GBB, aan de beurt.

Mr. Jan van de Venis, schrijver van het rapport en expert ‘mensenrechten, duurzaamheid en milieu’, sprak met het Comité dat in Genève bijeen was. “Het rapport was duidelijk goed gelezen, ze deelden de bezorgdheid over de situatie van de Groningers en ik kreeg goede verdiepende vragen van een lid van het Comité”, aldus Van de Venis.

”Waarom zou nu juist dit Comité hierover aanbevelingen moeten doen”, zo vroeg het lid van het VN Comité. Onze vertegenwoordiger bij de VN, Van de Venis kon toen duidelijk verwijzen naar het recht op leven en wat Comité daar zelf recent in een nieuw algemeen commentaar (nr. 36) over heeft gezegd, onder meer:

  • Aantasting van het milieu en klimaatverandering zijn onderdeel van ‘de meest urgente en serieuze bedreigingen voor huidige en toekomstige generaties’;
  • De verplichting voor overheden om het (recht op) leven te beschermen houdt ook in dat ze passende maatregelen moeten nemen om de algemene maatschappelijke omstandigheden aan te pakken die directe bedreigingen van het leven kunnen veroorzaken of die personen ervan weerhouden om hun recht op een waardig leven te genieten. Denk daarbij o.a. aan aantasting van het milieu, ontbering van land, territoria en hulpbronnen en dakloosheid.
  • Opzettelijke of anderszins te voorziene en te voorkomen levensbeëindigende schade of verwonding, veroorzaakt door een handelen of nalaten van de Staat, zijn inbreuken op het recht. Het gaat daarbij verder dan ‘slechts’ fysiek verwonden, ook (het beschadigen) van de lichamelijke of geestelijke integriteit of bedreiging daarvan telt hierbij mee.

Jan van der Venis vervolgt: “Het gaat over veilig leven en veilig wonen, huizen die op instorten staan en mensen die lange tijd hun huis uitmoeten. Dat zorgt voor enorm psychisch leed, mensen die daardoor niet kunnen slapen, dagelijkse en nachtelijke zorgen en depressiviteit over nieuwe aardbevingen, nieuwe schade en onzekerheid over de schadeafhandeling – ook onder kinderen. Huizen waarvan de waarde is gekelderd. Leven in een land wat rijk geworden is van gas, maar waar de lusten niet eerlijk worden gedeeld en de lasten voor Groningers zijn. Erfgoed en cultuur, dijken en watervoorziening in gevaar: Allemaal voorbeelden van een overheid die onvoldoende doet om de rechten van Groningers te respecteren, beschermen en verwezenlijken”. Van de Venis, haalde dit ook aan op 23 mei jl. in een televisie-uitzending van ‘Dit is M.’

GBB vicevoorzitter Derwin Schorren voegt hieraan toe: “Belangrijk voor ons is dat het rapport meldt dat al in 2017 door een VN-mensenrechtencommissie duidelijk is gemaakt dat Den Haag te weinig doet voor de mensenrechten van Groningen. Op die aanbevelingen van toen is niet gehandeld: een actieve mensenrechtelijke benadering van onze problemen en van de oplossingen is er in 2019 niet.”

Dit wordt inderdaad in het rapport herhaald: Groningers vragen opnieuw om een aanbeveling naar Nederland toe, maar nu dus op basis van de ‘klassieke’ burgerrechten en politieke rechten. De aanbeveling waar ze om vragen:

“Nederland, neem gepaste en effectieve maatregelen om de fysieke veiligheid en mentale gezondheid te waarborgen van de mensen die gehuisvest zijn in het Groningse gebied waar gas wordt gewonnen, alsook de veiligheid van hun woningen; geef gepaste compensatie aan slachtoffers en voorkom verdere schade.”

Daarbij vraagt het rapport ook om aanbevelingen waarbij Nederland er expliciet op wordt gewezen dat ze als land er met regelgeving, controle en handhaving voor moet zorgen dat bedrijven als de NAM (een joint venture tussen multinationals Shell en Exxon Mobile) de mensenrechten in Nederland niet schenden. “Dat is een algemeen erkende plicht voor de overheid: zorgen dat bedrijven de mensenrechten in jouw land niet schenden. Los van de eigen verantwoordelijkheid van die bedrijven zelf, dus. Het huidige kabinet lijkt zich dat maar al te vaak niet te realiseren. Dat zij actief mensenrechten moet beschermen en verwezenlijken. Kijk maar naar de rechtszaken die burgers nu op mensenrechten voeren, zoals de klimaat- en luchtvervuilingszaken.”

De Groninger Bodem Beweging hoopt op nieuwe erkenning en een nieuwe tik op de vingers van Nederland. De Nederlandse overheid ligt dan onder een vergrootlas bij meerdere VN-mensenrechten organen. “We preken graag mensenrechten in het buitenland en bekritiseren andere landen, maar thuis – in Groningen – is het verre van op orde”, aldus Schorren.