Persbericht

Persbericht Vereniging Groninger Bodem Beweging (GBB)

26 oktober 2011

Reactie op het onderzoeksrapport ‘Gebouwschade Loppersum’

Op 27 oktober wordt het onderzoeksrapport ‘Gebouwschade Loppersum’ gepresenteerd in het gemeentehuis van Loppersum. Het onderzoek is uitgevoerd door Deltares, in opdracht van de Stuurgroep Onderzoek Gebouwschade, en beoogde de risico’s van schade voor woningen en gebouwen door de gaswinning in kaart te brengen.

De Stuurgroep was samengesteld uit vertegenwoordigers van Provincie, de Commissie Bodemdaling, waterschap Noorderzijlvest, de Technische Commissie Bodembeweging, gemeente Loppersum en het KNMI. De voorloper van de GBB, de Klankbordgroep, mocht meepraten en heeft veel kritische vragen gesteld.

De GBB is burgemeester Rodenboog en de provincie erkentelijk voor het initiatief tot de totstandkoming van het onderzoek.

Hoewel het onderzoek een aantal zaken heeft verhelderd,  is de GBB niet onverdeeld gelukkig met de uitvoering van het onderzoek. Het onderzoek startte medio 2008 en zou in een half jaar klaar zijn; het duurde echter drie jaar.

De opdracht aan de onderzoekers was een kritische evaluatie te maken van bestaand onderzoek naar het verband tussen aardgaswinning, aardbevingen en schade aan gebouwen. En, opgenomen in de opdrachtformulering:

“Er zal niet alleen gekeken worden naar het ‘state of the art’ aspect, wat vooral de onderzoekstechnieken betreft, maar ook naar de draagwijdte van de conclusies van het bestaande onderzoek en de gehanteerde vooronderstellingen en uitgangspunten. Het gaat hierbij om een kritische beoordeling en het expliciet maken van de genoemde aspecten (..)”.

De onderzoekers zijn echter op veel punten niet altijd even kritisch geweest in de uitvoering van hun opdracht. Op veel punten beperkt het rapport zich namelijk tot een literatuurstudie en gaat dan niet veel verder dan een opsomming van conclusies uit onderzoeken uit het verleden. De ‘kritische’ blik van de onderzoekers wordt getypeerd door een frase in de samenvatting: “Alle kennis bevat leemtes en onzekerheden, dat geldt ook voor de effecten van aardgaswinning. De opstellers van dit rapport hebben geconstateerd dat alle betrokken instanties zorgvuldig met deze onzekerheden omgaan en hierop veilige marges toepassen.” Dit laatste mag misschien zo zijn maar de constatering vindt onvoldoende rechtvaardiging in het rapport. De teneur van de samenvatting is te geruststellend. Niettemin staat er een aantal verontrustende constateringen in het rapport:

·         Over de aardbevingen in Groningen wordt geconcludeerd dat dit in aantal toeneemt maar dat een verklaring hiervoor ontbreekt.

·         De berekening van de maximale kracht van te verwachten aardbevingen (3.9 op de schaal van Richter) is een puur statistische berekening op basis van de bevingen in het verleden in heel Noord-Nederland. Wetenschappelijk aanvaardbaar wellicht maar voor mensen die hier wonen niet goed genoeg.

·         Hoeveel schade er nog te verwachten is door toekomstige krachtiger bevingen (zoals 3.9) is niet zeker. De onderzoekers bevelen aan het onderzoek naar de relatie tussen verwachte schade en aardbevingen voort te zetten.

·         Bodemdaling kan door waterpeilaanpassingen lokaal leiden tot een relatieve peilverlaging. Dit kan schade aan ondiep gefundeerde gebouwen veroorzaken.

·         Er blijkt geen onderzoek gedaan te zijn naar de stapeling van effecten van de bevingen.

·         Er blijkt geen onderzoek gedaan te zijn naar de naijleffecten van de gaswinning nadat deze is gestaakt.

Opmerkelijk genoeg wordt er geen enkele melding gemaakt van onafhankelijk onderzoek naar de huidige daadwerkelijke schade van bewoners, noch door aardbevingen noch door bodemdaling. Kennelijk bestaat zulk onderzoek niet. Er is nauwelijks aandacht voor de schade die bewoners vandaag de dag lijden!

Er blijkt ook geen enkel onderzoek te bestaan over de ongerustheid onder de bewoners. Evenmin over een effect van de schade door bevingen en bodemdaling op de marktwaarde van huizen, per huis en regionaal. Deze aspecten worden in het rapport zelfs niet genoemd. Dergelijke ‘schades’ vallen kennelijk niet onder de definitie van schade van Deltares.

Voor het tweede deel van het onderzoek is een methode van TNO uitgetest om schade door aardbevingen te kunnen vaststellen. Per woning had TNO zo’n vijf werkdagen nodig met twee man om dit te onderzoeken. Op dit moment laat de NAM gemelde schades onderzoeken door schadetaxateurs die een paar uur rondkijken.

De GBB erkent dat het moeilijk is om het verband tussen schade en bevingen vast te kunnen stellen maar de NAM heeft hier wel een inspanningsverplichting.

De GBB is, ondanks onze kritiek, toch blij met dit rapport: deels omdat dit rapport een aantal zaken verheldert maar vooral omdat nu duidelijk is geworden dat er onzekerheid bestaat op een aantal belangrijke punten en er leemtes zijn in de bestaande kennis.

Zij rekent erop dat de lokale en provinciale politici het onderzoek aangrijpen om stappen te zetten naar vermindering van onzekerheid en een verbetering van de situatie van haar bewoners.

Het bestuur van de vereniging Groninger Bodem Beweging

www.groninger-bodem-beweging.nl