Stoppen of doorgaan met versterken?

Dat was de centrale vraag op de door de GBB georganiseerde leden-voor-ledenbijeenkomst in De Molenberg in Delfzijl op 22 oktober 2019. Ruim 100 aanwezigen namen deel aan de geanimeerde discussie met wetenschapper Charles Vlek en bestuurder Bé Schollema.

Charles Vlek (emeritus hoogleraar omgevingspsychologie en besliskunde RUG) ging in op de onderbouwing van zijn wetenschappelijke model en zijn conclusies daaruit. De veiligheidsdreiging neemt sterk af als de gaswinning stopt in 2022, misschien hoeven maar 400 huizen nog versterkt te worden. Daarnaast verloopt de versterkingsoperatie tot heden zeer traag. Je moet je afvragen of je zo door wil gaan. Alsnog een huis gaan inspecteren en versterken duurt immers zoveel jaren dat het huis pas klaar is als het niet meer nodig is. Hij ziet dit als een groot dilemma.
Kern van zijn heldere betoog was: de versterkingsoperatie op volle kracht voortzetten is het paard achter de wagen spannen, terwijl het acute probleem – schadeherstel – alle aandacht verdient.
Klik hier voor de sheets van Charles Vlek. {pdf, 918kb}

Bé Schollema (wethouder gemeente Loppersum) stelde dat de daling van de veiligheidsdreiging nog altijd betekent dat een zware beving van 5.0 kan voorkomen. Bovendien heeft de minister alleen een besluit genomen voor het gasjaar 2019/2020. Dat stoppen in 2022 is slechts een “voornemen”.
Verder is het traag verlopen van de versterkingsorganisatie volledig te wijten aan deze minister die in het voorjaar van 2018 de versterking NCG oude stijl “stopzette”. Zogenaamd om te versnellen – maar sindsdien is er meer dan een jaar praktisch niets gebeurt. Ook introductie van de HRA, nieuwe normen, objectgericht in plaats van regiogericht, én de focus op typologieaanpak heeft alleen maar voor vertraging gezorgd – net als de ombouw van de NCG, een andere governance, en de ongemakkelijke verhoudingen met CVW en NAM.
Alleen inspecties op adresniveau kunnen echt iets zeggen over de veiligheid van het huis.
Vraagtekens zijn er terecht bij het gebruik van de HRA. Zo blijkt uit de pilot met 40 woningen uit de batch 1581 dat er 39 toch versterkt moeten worden, ondanks dat er volgens de HRA geen verhoogd risico is.
Hij ziet maar één oplossing vanuit fatsoenlijk omgaan met mensen: Alle 26.000 huizen gaan inspecteren en waar nodig versterken, al duurt het 5 jaar, 10 jaar of nog langer. Het wordt een soort dorpsvernieuwing die misschien wel 20 jaar duurt.

Bé krijgt applaus uit de zaal voor zijn gloedvolle betoog. De emoties lopen hoog op. In de zaal zijn veel mensen voor wie de versterkingsoperatie een grote impact heeft. Bovendien zorgt de vertraging in de versterkingsoperatie voor veel onzekerheid.
Na de pauze wordt in detailvragen nader ingegaan op de vele aspecten van het vraagstuk. Ook wordt ingegaan op de regionale impact van de versterkingsoperatie, behalve per huis ook per dorp. Onzekerheid en stress zijn het gevolg. Het is een ramp in slowmotion. Mensen worden aan het lijntje gehouden. Persoonlijke verhalen komen boven. Mensen verhuizen zelfs hierom uit het gebied. Mensen doen geen onderhoud aan hun huis in afwachting. Termijnen verschuiven steeds. Mensen ervaren niet dat ze keuze hebben of dat ze gehoord worden.
De sheet van Charles Vlek waarin hij zelf een keuze maakt over wel of niet versterken (sheet 5), en waarbij hij meeweegt hoeveel schade er is, zien sommige mensen wel als een goed hulpmiddel.

Zeker na de pauze ontstond een boeiende discussie. Wat die discussie uiteindelijk duidelijk maakte is dat er niet één waarheid is. Er is een wetenschappelijke werkelijkheid en er is een politiek-bestuurlijke werkelijkheid. En er is de werkelijkheid van de zaal, van de inwoners van Groningen: waar het gewone leven stilstaat en het dagelijks bestaan volledig overheerst wordt door onveiligheid en onzekerheid. Met alle gevolgen van dien.